Elke wedstrijd schrijft zijn eigen geschiedenis. Vol met bijzondere verhalen en gedenkwaardige momenten. In deze rubriek kijken we vooruit naar de eerstvolgende wedstrijd door te putten uit Heracles Herinneringen.
Heracles Almelo speelt zondag in Amsterdam tegen Ajax, net als op die 27ste maart van 1966. Het speciale van toen: Cruijff deed mee. Wat ook bijzonder was: scheidsrechter André Boogaerts sloeg een op het veld gestormde toeschouwer neer. Met een rechtse directe nog wel. Pats boem.
Eerst Cruijff. In die dagen waren er voor de Heracles-supporters weinig mogelijkheden om de maestro in levende lijve aan het werk te zien. De club degradeerde in 1966 immers naar de eerste divisie, zodat Cruijff alleen nog in het bekertoernooi bewonderd kon worden. Zoals in 1970 bijvoorbeeld, toen hij tijdens Heracles-Ajax (0-3) in de tweede ronde het tweede doelpunt voor zijn rekening nam.
De competitiewedstrijd in maart 1966 was de enige andere officiële wedstrijd waarin Cruijff tegen Heracles Almelo aantrad. Volgens de correspondent van Tubantia speelde Cruijff die dag een fletse wedstrijd. Hij miste de door ziekte absente Piet Keizer aan zijn zijde en was “fysiek niet opgewassen tegen de stugge Heracles-defensie.”
De beste Amsterdammer op het veld was aanvankelijk Heraclied Flip Stapper. “Hij speelde zowel vóór als op het middenveld een dominante rol”, constateerde Tubantia. Na tien minuten knalde Stapper op de paal. Ook de sterke spits Herman Morsink miste in De Meer twee mooie kansen.
Hoewel dus lange tijd onzichtbaar drukte Cruijff uiteindelijk toch zijn stempel. Daarvoor was hij tenslotte Cruijff. Wolfram Arnthof attaqueerde Cruijff vier minuten voor het eindsignaal lichtjes in het strafschopgebied, de Amsterdamse vedette ging prompt liggen en scheidsrechter Boogaerts floot voor een strafschop.
Vanaf 11 meter schoot Sjaak Swart de 1-0 langs de sterk debuterende keeper Henk Huls, tot grote vreugde van de 16.000 toeschouwers.


Daarmee was de wedstrijd beslist, maar het tumult bepaald niet ten einde. De spelers van Heracles waren van mening dat Cruijff de strafschop had uitgelokt en dat arbiter Boogaerts daarop veel te enthousiast naar de stip had gewezen. Koos Knoef trapte uit woede de bal weg en werd uit het veld gestuurd. Flip Stapper werd opgeschreven voor een officiële waarschuwing omdat hij hatelijke opmerkingen richting de scheidsrechter maakte. En de voornoemde veldbestormer kreeg van de arbiter een klap in het gezicht. Pats boem. “Die toeschouwer bedreigde me en nu ben ik wel geen krachtpatser, maar ik had me voorgenomen dat áls het ooit zou gebeuren, ikzelf de eerste dreun zou uitdelen.” Aldus verdedigde scheidsrechter Boogaerts zich na afloop nogmaals.


Ook in de nasleep van de wedstrijd drukte Cruijff zijn stempel. Flip Stapper moest zich bij de tuchtcommissie van de KNVB in Zeist verantwoorden omdat hij Boogaerts in de chaos na de penalty zou hebben uitgescholden voor “bokkelul.” Cruijff bood aan om Stapper te vergezellen naar de tuchtcommissie. “In Zeist verklaarde Cruijff dat ik niet de scheidsrechter, maar hèm had uitgescholden”, kon Stapper later smakelijk vertellen. “Daarop werd ik vrijgesproken. Ik kende Johan goed. Amsterdammers onder elkaar, weet je wel.”


Opstelling Ajax: Gert Bals, Wim Suurbier, Ton Pronk, Theo van Duivenbode, Frits Soetekouw, Co Prins, Bennie Muller, Henk Groot, Klaas Nuninga, Johan Cruijff en Sjaak Swart.
Opstelling Heracles: Henk Huls; Epi Drost, Herman ter Horst, Herman van Dalen, Dick Reekers; Koos Knoef, Gerrit Borghuis, Wolfram Arnthof, Flip Stapper, Gerrit Pesman en Herman Morsink.
Bron foto’s: Tubantia 1966

























