Sinds de terugkeer in de Eredivisie kwam het nog niet eerder voor dat Heracles Almelo in één seizoen gebruik maakte van drie verschillende doelmannen. Dit seizoen was het in de zevende speelronde al zover en dus pakt het aantrekken van een vierde keeper nu al goed uit. Een gesprek met goalies Daniel Mesenhöler, Michael Brouwer, Janis Blaswich en Koen Bucker én keeperstrainer Brian van Loo (midden) over hun individuele ontwikkeling en de onderlinge strijd. “We drijven elkaar tot het uiterste.”
Dit artikel verscheen eerder in het nieuwe Heracles Magazine, dat deze maand op de mat viel bij seizoenkaarthouders en Herakids.
Begin oktober bereikt Heracles Almelo overeenstemming met de transfervrije Daniel Mesenhöler (25) over een contract voor één seizoen. De Duitse doelman, die vorig seizoen zijn wedstrijden speelde voor Viktoria Köln in de 3. Bundesliga, maakt daarmee het keeperskwartet compleet in Almelo en dat blijkt al snel geen overbodige luxe. Janis Blaswich raakt geblesserd, Michael Brouwer wordt ziek. Daardoor maakt Koen Bucker begin november zijn competitiedebuut, thuis tegen FC Utrecht (4-1). Bucker wordt daarmee de derde doelman die dit seizoen onder de lat plaatsneemt in het team van trainer Frank Wormuth.
Maar helemaal uit het niets komt het aantrekken van Mesenhöler natuurlijk niet. Al in de voorbereiding krijgen twee van de dan drie aanwezige doelmannen last van fysieke ongemakken. “Koen zat in de eerste week met z’n rug en ook Janis miste de laatste wedstrijden van de voorbereiding vanwege een blessure”, licht keeperstrainer Brian van Loo toe. “We hebben er toen twee keer een keeper van de jeugdacademie bij gehad, maar op een gegeven moment kwam ook het coronavirus nadrukkelijk om de hoek kijken. Toen besloten we dat we toch een bepaalde mate van zekerheid wilden inbouwen – en ik denk dat we daarin goed hebben gehandeld.”
De jager
Het is dus de Duitser Daniel Mesenhöler die, na een korte proefperiode, die zekerheid moet bieden. Van Loo: “We wilden een keeper halen van midden twintig, die weet hoe het reilt en zeilt in de voetballerij en die zich wil ontwikkelen. We kenden Daniel al vanuit onze scouting. Hij was op dat moment clubloos en wilde graag met ons aan de slag.” Mesenhöler, die vier jaar geleden voor 1.FC Union Berlin zijn profdebuut maakte voor bijna 80.000 toeschouwers in de uitwedstrijd tegen Borussia Dortmund, wordt daarmee sluitpost nummer vier in Almelo, maar is volgens Van Loo niet per definitie de vierde keeper in de rangorde. “Ik vind het sowieso heel moeilijk om daar een stempel op te drukken. Ik zeg altijd: de keepers bepalen die ranking zelf op basis van hun prestaties.”
Toch begrijpt de nieuweling dat, bij afwezigheid van Blaswich en Brouwer, tegen FC Utrecht de keuze viel op Bucker. “Dat heb ik hem in een gesprek uitgelegd en het is geen jongen die gaat zeuren. Het is echt iemand die hier is voor zijn ontwikkeling en om ervaring op te doen”, aldus Van Loo. Mesenhöler zelf kan dat alleen maar bevestigen. “Ik wil gewoon het beste halen uit deze situatie en ben naar Heracles Almelo gekomen om beter te worden. Maar ik zie mezelf niet per se als vierde keeper en wil de trainers laten zien dat ze op me kunnen vertrouwen als ze me nodig hebben. Bovendien wordt er nu niet op mij gejaagd, maar ben ik zelf de jager. Dat kan een voordeel zijn.”
De proever
De 24-jarige Koen Bucker maakt twee jaar geleden met hetzelfde doel de overstap van AZ naar Heracles Almelo: beter worden. “En dat gaat goed”, vertelt hij. “De trainers zijn tevreden met mijn ontwikkeling en zelf merk ik het ook. Brian heeft een heel andere visie dan de keeperstrainer destijds bij AZ. Daar moest ik bijvoorbeeld bij afstandsschoten vier, vijf meter voor de goal staan en Brian heeft me geleerd om dichter bij de lijn te staan, zodat ik meer reactietijd heb. Dat moest er het eerste jaar even ingeslepen worden, maar ik denk dat ik dat redelijk snel heb opgepakt.”
Vanwege ziekte en een blessure bij collega-keepers Michael Brouwer en Janis Blaswich mag de geboren Zaandammer begin november onverwachts opdraven in de thuiswedstrijd tegen FC Utrecht. Een moment waar hij lang naartoe heeft gewerkt. “Ik wilde mezelf de afgelopen jaren zoveel mogelijk ontwikkelen, zodat ik, als ik moest spelen, er echt klaar voor zou zijn. En tegen FC Utrecht kon ik wel zeggen dat ik er echt klaar voor was. Dat was voor mij een mooie bevestiging. Dit is waar ik vanaf mijn veertiende keihard voor gewerkt heb, dus ik was er heel blij mee.”
Als klap op de vuurpijl pakt Bucker een week later ook nog eens een penalty in de uitwedstrijd tegen VVV-Venlo. “Dat was natuurlijk heerlijk. Ik had mijn huiswerk gedaan, dus ik wist in welke hoek hij ging schieten.” Het is huiswerk dat hij meekreeg van Van Loo, die daarvoor data ontvangt van een externe leverancier. De trainer is trots op zijn pupil. “Als ik zie wat voor groei hij fysiek, technisch, tactisch en mentaal heeft doorgemaakt, heeft hij heel grote stappen gemaakt. Ik vind het hartstikke mooi voor hem dat hij zijn debuut heeft gemaakt en die wedstrijden waren voor mij een bevestiging van de ontwikkeling die hij heeft doorgemaakt.” Uiteindelijk verliest Heracles Almelo de wedstrijd tegen VVV-Venlo met 3-2. “Dat maakte het extra zuur”, vindt Bucker. “Maar uiteindelijk heb ik even van de Eredivisie mogen proeven en dat smaakt naar meer.”
De clubman
Een viertal aan keepers is overigens niet helemaal nieuw bij Heracles Almelo. Dit was namelijk ook het geval in het seizoen 2013-2014. Toen eveneens van de partij: Michael Brouwer. “Ik was destijds net achttien”, vertelt de doelman, die dat seizoen overkomt van het failliete AGOVV. “Maar ik ben gewoon heel hard gaan werken en heb veel geleerd van de mensen om me heen. Sindsdien heb ik veel stappen gemaakt en heb ik lang gewacht op mijn kans. Maar nu is-ie eindelijk daar”, doelt hij op het feit dat hij dit seizoen al zeven Eredivisie-wedstrijden onder de lat stond.
Vooral zijn tweede wedstrijd, tegen PSV, blijft hem bij. “Dat is tot nu toe mijn persoonlijke hoogtepunt. Er zat nog een beetje publiek en ik speelde goed. In een mooi duel pakten we een punt tegen PSV en ook als groep speelden we goed.” Van Loo merkte dat hij, evenals de andere wedstrijden die Brouwer op doel stond, rustig op de bank zat tijdens dat duel. “En dat zegt denk ik genoeg. We zijn heel tevreden over de prestaties van Michael.”
Toch beseft Brouwer dat als Janis Blaswich weer fit is, de kans aanwezig is dat de Duitser weer de voorkeur krijgt in het Almelose doel. “Hij heeft het altijd goed gedaan, dus dat heeft hij ook verdiend. Voor mij is het nu zaak om druk op hem te houden. Daar wordt hij alleen maar beter van en ik ook. Ik moet nu laten zien dat ik klaar ben voor een rol als eerste keeper, mocht hij vertrekken.”
Stiekem denkt hij er wel eens over na om bij een andere club een gooi te doen naar die rol. “Maar Heracles Almelo is een club die in mijn hart zit. Ik ben heel erg blij hoe hier wordt gewerkt, onder meer door het contact met het kantoorpersoneel en de supporters. Daar voel ik me heel prettig bij en dat maakt me gelukkig. En ik ben een persoon die gelukkig moet zijn om te kunnen presteren. Natuurlijk wil ik graag aan spelen toekomen – en het liefst volgend jaar écht – maar ik ga er alles aan doen om dat hier te laten gebeuren, want Heracles Almelo blijft mijn club.”
De betrouwbare
In de zomer van 2018 komt Heracles Almelo in de zoektocht naar een opvolger van Bram Castro uit bij Janis Blaswich, die de twee voorgaande seizoenen door zijn club Borussia Mönchengladbach was verhuurd aan Dynamo Dresden en Hansa Rostock in de 3. Bundesliga. In ruim twee jaar tijd ontwikkelt de Duitser zich tot een van de meest betrouwbare doelmannen van de Eredivisie, maar dit seizoen gooit een spierblessure roet in het eten, waardoor hij alleen de eerste twee competitiewedstrijden in actie komt. “Dat is natuurlijk niet fijn”, vertelt Blaswich. “Ik was de laatste tijd vooral bezig in de gym, maar ook blessures horen bij het voetbal. Dat maakt iedere speler een keer mee en daar moet je even doorheen. Het was niet leuk om vanaf de tribune of zelfs thuis de wedstrijden te kijken, want je kunt je team niet helpen en dat is nou juist wat je zo graag wil.”
Toch is hij trots op zijn collega-goalies. “Ik was heel blij voor Koen dat hij z’n debuut kon maken. Hij heeft het goed gedaan, net als Michael. Het is heel belangrijk dat al je doelmannen een bepaald niveau hebben, al geldt dat natuurlijk voor het hele team. Natuurlijk heb ik het er van tevoren met ze over gehad, maar ik heb ze vooral succes gewenst. Elke speler heeft zijn eigen manier van voorbereiden op de wedstrijd en ik kan ze alleen maar helpen met woorden. Ik heb ze gezegd dat ze vooral goed moeten blijven communiceren met de rest van het team.”
Blaswich past volgens Van Loo heel goed bij de filosofie en de principes van de keeperstrainer. “Janis past heel goed bij Heracles Almelo en hoe ik denk over de manier van keepen. We wilden het rendement van reddingen omhoog krijgen en die basis bezit hij voor een groot deel. Inmiddels heeft ook hij een heel mooie ontwikkeling doorgemaakt en is hij heel belangrijk voor Heracles Almelo geweest. Ik zeg altijd: een goede keeper maakt het verschil tussen plek dertien en plek acht. Natuurlijk ben ik niet objectief – en ik vind het moeilijk om naar anderen te wijzen – maar als je zegt dat Janis een van de betrouwbaarste keepers is van de Eredivisie, kan ik daar voor een groot deel in meegaan.”
Mooie concurrentiestrijd
Ondanks het feit dat het spreekwoord ‘de een zijn dood, de ander zijn brood’ bijna gemaakt lijkt te zijn voor de keeperswereld, is de sfeer tussen de keepers goed volgens Mesenhöler. “Buiten het veld gaan we heel relaxed met elkaar om, maar tijdens de training willen we alle vier beter zijn dan de ander. We drijven elkaar echt tot het uiterste.”
“Maar ook dan hangt er geen onaangename sfeer”, vult Bucker aan. “We willen allemaal beter worden en we helpen elkaar waar nodig. Je bent collega en concurrent in één, het is moeilijk te omschrijven.” Brouwer: “Je wil het beste voor elkaar, maar ook het beste voor jezelf. Uiteindelijk probeer je elkaar daarin te stimuleren. We zijn echt een team binnen het team.”
Volgens Blaswich praten de doelmannen rondom wedstrijden veel onderling. “Vooral over wat we anders of beter hadden kunnen doen: positioneel, tactisch. Die details maken je echt beter. Brian is daarin heel belangrijk en dat is ook een van de redenen dat ik destijds voor Heracles Almelo heb gekozen. Om beter te worden, moet je kritisch zijn op elkaar en op jezelf. En als je dat goed doet, leer je heel veel.”
Ook Van Loo ziet dat het goed zit tussen zijn keepers. “Het is een mooie concurrentiestrijd. Ze pushen elkaar echt naar een hoger niveau en hebben een enorme drang om elkaar te helpen, zonder dat ze elkaar dwarsliggen. Dat zie je heel goed tijdens de trainingen. Bijvoorbeeld als ik even ergens anders mee bezig ben: ze corrigeren elkaar, ze helpen elkaar. Dat is voor mij heel fijn om te zien, in plaats van dat ze alleen maar naar elkaar wijzen als er iets fout gaat. Dat vind ik echt de kracht van deze keepers.
Interessante periode
Al met al houdt de keeperstrainer een dubbel gevoel over aan de vele wisselingen onder de lat. “Uiteindelijk is het belangrijkste doel binnen de hele club: met elkaar zo goed mogelijk presteren en zo hoog mogelijk eindigen in de competitie. Een bepaalde stabiliteit zou daarbij helpen, maar aan de andere kant zijn we ook een club die spelers beter wil maken. Elk nadeel heeft wat dat betreft zijn voordeel: als de ene keeper wegvalt, kan de andere keeper zich beter ontwikkelen en kunnen we die bovendien beter analyseren. Dus, ja, het is zonde van de stabiliteit die je mist, maar ook dat moet je dan weer op een zo goed mogelijke manier invullen.” Lachend: “Voor mij is dit in ieder geval een heel interessante periode.”