De ontlading na de handhaving tegen Excelsior in april 2007 was groot, maar de pijn van de knieblessure, anderhalf jaar later tegen Vitesse, was even zo hevig. Karim Bridji kende ups en downs tijdens zijn vier jaar bij Heracles Almelo, maar hij kijkt met een goed gevoel terug. “Er hing altijd een rustige en gemoedelijke sfeer rond de club.”
Om gelijk maar met de deur in huis te vallen: het gaat goed met Karim Bridji. Hij woont in Amsterdam, is getrouwd, heeft twee kinderen en is nog steeds actief in de voetballerij. Als trainer van Koninklijke HFC JO13- 1 en als coach bij de Ajax Coaching Academy, waar ze binnenlandse en buitenlandse trainers opleiden volgens het Ajax-model. “En dat is hartstikke leuk,” vertelt de in Amsterdam geboren ex-voetballer met Algerijns bloed. “Het is heel veelzijdig werk en ik kan ook af en toe naar het buitenland, om daar clinics te geven en coaches te trainen. Ze komen ook wel eens hier voor seminars en ik ga langs bij partnerclubs in Amsterdam, als deze hulp nodig hebben bij het inrichten van hun jeugdopleiding.”
Met de Ajax Coaching Academy is hij actief in Italië en Denemarken, maar ook in Amerika, Australië, China en Japan. “We zien aardig wat van de wereld. Het is heel divers en je leert veel verschillende mensen en culturen kennen. Je ziet bovendien hoe ze in andere landen naar onze jeugdopleiding kijken. Deze staat hoog aangeschreven, zeker na hoe het afgelopen jaar is gegaan met het eerste elftal. Ze willen veel van ons weten en na afloop is er veel dankbaarheid. Dat maakt het werk zo mooi. En je werkt met kinderen uit andere landen. Werken met kinderen is altijd leuk.”
En dat is precies waarom Bridji ook jeugdtrainer is geworden. Dat was hij vijf jaar bij Ajax, als assistent van de Onder 14, maar is hij nu bij amateurclub Koninklijke HFC. Daar leert hij de JO13-1 de fijne kneepjes van het vak. “Assistent bij de jeugd van Ajax was mooi – je werkt daar echt mee aan de loopbaan van een speler – maar het is heel fijn om nu op eigen benen te staan. Ik heb niet voor niets mijn UEFA B-diploma gehaald en dit was een mooie kans. Je kan je eigen ideeën overbrengen, je eigen filosofie. Als je dan progressie ziet bij de jongens, is dat hartstikke tof.”
FC Twente-uit
Dat hij coach is bij Ajax en trainer bij Koninklijke HFC, maakt dat hij ‘best druk’ is. Toch vindt hij elke week tijd om zelf een potje te voetballen. In de zaal, met zijn vrienden. Maar dat is toch anders dan op het veld. “Natuurlijk mis je dat. Met name het kleedkamergebeuren: de grappen en al die dingetjes.” Van 2006 tot 2009 hoorde en maakte hij die grappen in de kleedkamer van Heracles Almelo. “Vier hele leuke jaren, met ups en downs, maar waar ik uiteindelijk met een goed gevoel op terugkijk. Er hing altijd een rustige, gemoedelijke sfeer rond de club, zonder al te veel druk. Iedereen wist zijn positie en vanuit daar handelde je.”
Gevraagd naar de ups, noemt hij al snel twee wedstrijden uit zijn eerste seizoen. “Ik kan me de uitwedstrijd bij FC Twente nog herinneren. Dat werd 1-1 en in het uitvak hadden onze supporters allemaal grote spandoeken en vlaggen gemaakt van al onze nationaliteiten. Dat was een heel mooi gezicht. Een andere wedstrijd die er voor mij bovenuit stak, was die tegen Excelsior op de voorlaatste speeldag. We handhaafden ons en ik scoorde de 1-1. Die uitbarsting en de ontlading na afloop: dat zijn hele mooie dingen die je je achteraf nog lang herinnert.”
Absolute dieptepunt
Bridji wisselde in zijn Heracles Almelo-tijd periodes van basisplaatsen af met periodes op de bank en zoals hij zelf al aangaf, was het niet alleen maar hosanna voor de behendige middenvelder. Eind 2008 volgt namelijk het absolute dieptepunt: in duel met Vitesse-verdediger Civard Sprockel scheurt hij zo’n beetje elke band in zijn rechterknie. “Ik wilde een bal in één keer op de volley nemen en opeens tikte hij de bal voor me weg,” herinnert hij zich. “Daardoor schoot mijn been onder zijn been door en klapte hij als het ware door. Mijn hele onderbeen lag los en uiteindelijk ben ik er anderhalf jaar lang uit geweest.”
“Blessures zijn nooit leuke dingen,” vertelt hij daarover. “Maar ook die horen erbij. Uiteindelijk vormt het je als speler en als mens. Achteraf denk je altijd: wat als ik wel fit was gebleven? Maar dat heeft niet zoveel nut.” Hij komt uiteindelijk tot 43 wedstrijden in het zwart-witte tricot en ziet Heracles Almelo in vier jaar tijd uitgroeien van promovendus tot stabiele Eredivisieclub. “De club had een paar jaar nodig om een eigen identiteit te vinden in de Eredivisie en in het begin was het elk jaar vechten om erin te blijven. Dat is uiteindelijk gelukt. Er is een goede stijgende lijn in gekomen.”
Tegenwoordig volgt hij Heracles Almelo niet heel intensief, maar krijgt hij ‘de berichten wel mee’. “Heracles Almelo is enorm gegroeid en het stadion is uitgebreid. Ze zijn ook heel goed gaan voetballen, met als hoogtepunten de bekerfinale en het bereiken van Europees voetbal. Ik zit dagelijks op de voetbalsites en dan vallen de nieuwtjes rond mijn oude clubs als eerste op. Op die manier volg ik de club nog een beetje.”
Wereldtoppers
Uiteindelijk kijkt Bridji terug op een mooie voetbalcarrière, die hem achtereenvolgend langs Anderlecht, Eendracht Aalst, FC Volendam, Helmond Sport, Heracles Almelo, RKC Waalwijk en nog eens Helmond Sport bracht. “Ik ben hartstikke blij en trots dat ik veertien jaar profvoetbal heb mogen spelen. Ik ben international geweest van Algerije, heb veel van de wereld gezien, heb in mooie stadions gevoetbald en tegen wereldtoppers als Zlatan, Sneijder, Van der Vaart, Van Bommel, Cocu, Gomes en Huntelaar gespeeld. Al met al kijk ik tevreden terug.”
Zijn eigen kinderen zijn nog te jong om te begrijpen dat hun vader profvoetballer was, maar de pupillen van Koninklijke HFC vinden inmiddels hun weg op het internet. “Vaak hebben ze voor het seizoen begint al van alles over me opgezocht. Veel weten ze dus al en de verhalen die niet op internet staan, vertel ik ze wel. Die vinden ze altijd leuk om te horen.” Bovendien worden er op televisie regelmatig samenvattingen van voetbalwedstrijden herhaald. Op die manier wordt ook hijzelf zo nu en dan herinnerd aan zijn actieve loopbaan. “Toevallig was ik laatst op bezoek bij mijn broertje en had hij zijn televisie op FOX Sports staan. Ineens kwam er een oude samenvatting van een wedstrijd van Heracles Almelo voorbij en dacht ik: hé, dat ben ik. Dat is dan wel leuk.”
Toekomst
Maar zelf richt hij zich vooral op het heden en de toekomst. Hoofdtrainer worden in de profwereld, dat lijkt hem wel wat. Zien we hem in die hoedanigheid ooit terug in Almelo? “Dat zou mooi zijn natuurlijk,” reageert hij lachend. “En mij is altijd geleerd: zeg nooit nooit.”
Dit artikel verscheen eerder in het Heracles Magazine van december 2019.